Bonte stoet in de bergen

We trekken vandaag met een bonte stoet de bergen van Malaga in: Nederlanders, Spanjaarden, een kaketoe en een hond. Ons doel is Pico Lucero, ook wel Raspón de los Mariscos, op 1795 meter hoogte. Deze toonaangevende piek zie je vanuit de wijde omgeving als een piramide de lucht in steken. Het is niet de hoogste top van de provincie Malaga, maar voor de wandelaar wel een van de meest uitdagende pieken om te bereiken. Of er ooit een kaketoe deze top heeft bereikt, betwijfel ik. De 34-jarige witte vogel in ons gezelschap volgt zijn ´ouders´ echter overal en aangezien die vandaag meegaan op ´expeditie´, gaat zij ook mee.

Afstand:

Hoogtemeters:

10 kilometer

760 meter

hobbel de bobbel

We spreken met elkaar af bij Ermita Santa Ana, het kleine, in onbruik geraakte kerkje, op het hoogste punt van het dorp Canillas de Albaida. Van hieruit rijden we met de auto in ongeveer drie kwartier naar Puerto Blanquillo, witte bergpas, waar onze tocht begint. Mijn vriendin en ik krijgen een plek toebedeeld in de auto van het Spaanse stel  Encarni en Rafael. De auto, een fourwheeldrive, ziet er keurig uit, dus ik dwing hond Lulu, onder protest van haar kant, bij mij op schoot te zitten, om zo weinig mogelijk hondenharen achter te laten op de achterbank.

Rafa bestuurt de auto en we rijden hotsend en botsend door de bergen. Onze vrienden in de auto achter ons rijden in een ouwe Clio, die zullen wel bont en blauw zijn straks. Onder het rijden kletsen mijn vriendin en ik met Encarni over gemeenschappelijke kennissen, het dorpsleven en over onze worsteling om Spaans te leren. We spreken de taal prima, maar blijven onzeker. Niet nodig, verzekert Encarni ons.

Klimmen en klauteren

Rond 9 uur zijn we bij het beginpunt van onze wandeling en kan onze wandeltocht beginnen. Die gaat gelijk de hoogte in, dus haal ik mijn wandelstokken tevoorschijn voor de nodige steun. Hier en daar is het echt klauteren geblazen en de mensen met korte beentjes moeten moeite doen om de hoge rotsen op te klimmen. Gelukkig wordt het al snel wat makkelijker, want ik maak me een klein beetje zorgen over de zeventigplussers die ook meelopen in de groep.

Als we bij het eerste kruispunt van voetpaden aankomen, zegt de groep: ´Judith, ga jij maar voorop, jij kent de route!´ Dus sla ik rechtsaf en blijf braaf vooroplopen over dit schitterend voetpad tussen rotsachtig gesteente in zoveel tinten bruin en grijs. Het pad brengt ons bij Puerto de Cómpeta. Er staat een bord dat waarop staat dat we ons op 1400 meter hoogte bevinden. Dat vinden we alvast een hele prestatie en een mooie gelegenheid voor een eerste groepsfoto. Na wat gehannes staan we allemaal goed opgesteld en wordt het moment vereeuwigd op de gevoelige plaat.

het spoor bijster

En verder gaat het weer. We lopen langs een oude marmergroeve, waar enorme blokken marmer zo voor het oprapen liggen. Als je die zou kunnen tillen dan. Ik ben ondertussen gezellig aan de klets met een deel van de groep. Het pad is hier goed en makkelijk begaanbaar. We stijgen licht, maar dat mag haast geen naam hebben. Lulu trippelt voor ons uit en we maken ongemerkt heel wat meters. Achter horen we de andere helft van de groep jolige roepen. We lachen er wat om.

Als we na een minuut of twintig maar steeds blijven stijgen, slaat bij mij de twijfel toe. Volgens mij hadden we al lang rechtsaf gemoeten. Bovendien: zie ik daar in het dal nou de anderen lopen?! Ja dus. Ik liep zo geanimeerd te kletsen dat ik de afslag heb gemist. Het jolige geroep van de anderen was dus toch voor ons bedoeld. Enigszins gegeneerd zeg ik tegen de anderen dat we veel te ver gelopen zijn en terug moeten. Oeps, ik ben een wandelgids van niks 😉.

brommende bij

Het duurt even, maar uiteindelijk vinden we weer aansluiting bij de rest. Ik put me uit in excuses, maar niemand lijkt er gelukkig mee te zitten. Dus trekken we gezamenlijk verder. Het gaat nu behoorlijk omhoog en het wordt wat stiller in de groep. Het is zonnig en warm en de zweetdruppels beginnen los te komen. Als we naar drie kwartier een groepje bomen tegenkomen, besluiten we dan ook om even te pauzeren. We eten en drinken wat en ondertussen haalt een van de jongere mannen in de groep een drone tevoorschijn, die hij als een zwaar zoemende bij laat opstijgen om filmpjes en foto´s te maken. Hond Lulu wordt helemaal wild van het luide gebrom en laat een luid blafconcert horen. Het lukt me nauwelijks om haar stil te krijgen en ik ben dan ook blij als de ´bij´ weer in de tas gaat.

Na deze pauze begint het echte klimwerk. Een uur lang over een smal en stenig voetpad, stap voor stap, langs hier en daar ontzagwekkende afgronden. De oudere man voor mij wankelt af en toe en ik ben bang dat hij zijn evenwicht verliest. Zelf zegt hij dat er niks aan de hand is, dus ik besluit daarop te vertrouwen, maar blijf wel dicht achter hem lopen. Af en toe stoppen we om ons heen te kijken. De kaketoe zit bij ´papa´ op de nek en wordt overgedragen aan ´mama´, die een soort sok om haar pols heeft en de vogel op haar arm draagt. Het beestje zit prinsheerlijk en heeft geen last van de kortademigheid en het gehijg waar wij last van hebben.

high five

Na een uur gestaag en pittig klimmen, bereiken we de top. Hoera! Het geeft altijd een kick om het hoogste punt te bereiken en de ´high fives´ en de ´we made it´s´ zijn dan ook niet van de lucht. Bovenop de top staan de ruïnes van een vroegere van de Guardia Civíl. Vanaf deze plek, met 360 graden uitzicht tot in de weide omtrek, hielden zij de maquis (verzetsstrijders tegen het Franco-regime), die zich gecamoufleerd door stenen en rotsen verborgen in de bergen,in de gaten in de periode na de Spaanse Burgeroorlog.

Dit is een prachtige plek om op onze lunchpakketten aan te vallen en even uit te rusten. Onze Spaanse vriend Javier haalt tot ons grote vermaak een wijnzak tevoorschijn, een flinke varkensblaas gevuld met zoete witte wijn uit de streek, die we gebroederlijk laten rondgaan. Wie wil giet een flinke scheut van het zoete druivensap naar binnen. Dat is overigens nog een hele kunst en bij twee van de dames beland de wijn niet in de mond, maar in het decolleté.

weg worst

Ondertussen haalt de jongeman van de drone het apparaat weer tevoorschijn en laat die rondvliegen boven de bergtop. Lulu blijft gelukkig rustig dit keer. Kennelijk alweer gewend aan het brommende beest. Of misschien heeft ze het gewoon te druk met het ´stofzuigen´ van de stukjes kaas en worst die tussen onze boterhammen uitvallen. Wij zwaaien ondertussen enthousiast naar de drone die hoog boven ons vliegt. Alles voor een knappe foto. Als een van de groepsleden even later opmerkt: ´hé mijn bifi worstje is weg, hij lag hier net nog´, houd ik wijselijk mijn mond. Al zie ik Lulu even verderop verlekkert haar bek aflikken.

Hoewel het zonnig is, krijgen we het toch vrij snel fris. We besluiten daarom de terugtocht te aanvaarden. Wat eerst steil omhoog ging, gaat nu dus steil naar beneden. We moeten ons concentreren om niet onderuit te glijden op de losliggende stenen. De groep trekt al snel wat uiteen. De snellere dalers lopen zonder angst naar beneden. De achterste lopers van de groep doen het rustiger aan en hebben meer respect voor de berg. Toch komen ook die zonder problemen beneden. Onder de eerste groep bomen die we tegenkomen houden we even weer halt voor een korte pauze. We zitten lekker te kletsen en te genieten van het uitzicht als er opeens een eindeloze groep vrolijk kletsende wandelaars achter de bomen vandaan komt. We wisselen hartelijk een paar woorden over de routes die we lopen, wensen elkaar een prettige wandeldag en weg zijn ze weer.

moe, stoffig en bezweet

Zij hebben de klim naar de top nog voor de boeg, wij dalen weer af naar Puerto Blanquillo. De meesten zijn duidelijk moe en het wordt dan ook wat stiller in de groep. We lopen inmiddels in een lang lint achter elkaar naar beneden over de stenige paden. Ieder met zijn eigen gedachten. Af en toe wordt er wat gezegd, een fotootje gemaakt of gelachen om een flauwe mop. Soms wachten we even op elkaar, nemen een slokje water en lopen dan weer verder. Het is nu niet ver meer naar de auto´s. Het laatste stukje, dat we aan het begin omhoog moesten klauteren, vraagt nu onze volle aandacht om naar beneden te klimmen en niet te vallen. Ik glij een keer uit, maar beland zacht op mijn achterwerk. Ook anderen wankelen hier en daar. Toch bereiken we allemaal veilig het eindpunt van deze prachtige wandeling.

Moe, stoffig en bezweet gooien we bij Puerto Blanquillo onze rugzakken achter in de kofferbak, nemen nog een slokje zoete wijn uit de wijnzak en stappen dan in de auto´s. Opnieuw hotsend en klotsend gaat het terug naar Canillas de Albaida. Daar strijken we neer op het terras voor cerveza en albóndigas, bier en gehaktballetjes. Althans, dat was de bedoeling, maar de gehaktballen zijn op. Dus bestellen we andere tapas. Als we allemaal een groot glas koel drinken voor onze neus hebben staan, heffen we het glas: Proost! Op vriendschap en wandelplezier! Het was een dag om door een ringetje te halen.


Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van ´Bonte stoet in de bergen´? Neem gerust contact met ons op.

Vergelijkbare berichten