Sierra de Almijara

Sierra de Almijara Andalusië

We gaan twee dagen de Sierra de Almijara in, vanuit het pittoreske Andalusische dorp Cómpeta. Waar ligt Cómpeta? In de provincie Malaga, aan de voet van Natuurpark Sierras de Tejeda, Almijara y Alhama. En wie zijn wij? Mijn vriendin Roos van bijRoos, hond Lulu en ik.

Roos en ik zijn al vaker samen op pad geweest en deze keer gaan we twee dagen de bergen in. We overnachten in ´het verlaten dorp´ Acebuchal, een piepklein gehuchtje dat verscholen ligt in het natuurgebied.

Op dag twee lopen we door naar Nerja aan de Middellandse Zee. Ik heb in de wandelapp twee mooie routes aan elkaar geplakt tot een nieuwe route. We storten ons onbevangen en vol vertrouwen in dit wandelavontuur en Roos vertrouwt volledig op mijn ervaring. Is dat wel verstandig?

Afstand:

Startpunt:

Overnachting:

Eindpunt:

Hoogtemeters

etappe 1 – 18 kilometer / etappe 2 – 25 kilometer

Cómpeta, Campo de fútbol

Acebuchal

Nerja, Playa Torrecilla

1891 meter stijgen, 2520 meter dalen

Dag 1: van Cómpeta naar Acebuchal

Vroeg op pad

Het wordt warm op deze eerste wandeldag, dus we vertrekken redelijk op tijd en zitten om 8 uur in de auto. Evert brengt ons naar het beginpunt in Cómpeta. We hebben goede zin, de rugzakken zijn niet al te zwaar, we hebben ons goed ingesmeerd en we hebben verse koffie bij ons. Bovendien is hond Lulu dolblij dat we weer eens de bergen in gaan. Een vrolijk begin van de dag dus.

Zoals we gewend zijn in dit gebied zijn de paden nergens vlak. En zoals zo vaak gaat het ook vandaag gelijk flink omhoog. De temperatuur is nog aangenaam en zo aan het begin van de wandeling hebben we nog volop gespreksstof. Hoewel die tussen ons nooit op lijkt te raken. We hebben het over die eerste keer dat we samen in dit gebied op een meerdaagse wandeltocht gingen. Roos droeg toen een korte broek en bij het startpunt van onze route bleek de temperatuur rond het vriespunt te liggen. Gelukkig had ze lange kniekousen bij zich, zodat ze nog enigszins op temperatuur bleef.

Voor vorst hoeven we vandaag niet bang te zijn. Als we na een uur klimmen een eerste uitkijkpunt bereiken, hebben we het al behoorlijk warm. Dit is een mooie plek voor koffie en een banaantje. Hier genieten we van het indrukwekkende uitzicht van de bergen die zich in fraaie blauwkleuren voor ons uitstrekken tot Nerja, het eindpunt van onze route morgen, aan de kust.

in het spoor van de arrieros

Na de koffie komen we al snel uit op wandelpad dat ons verder het natuurpark in leidt en een werkelijk schitterend uitzicht biedt over de vallei van de Rio Torrox richting de kust. Dit pad werd in de autoloze decennia van de vorige eeuw veelvuldig gebruikt door muilezeldrijvers, de arrieros, die met de lastdieren van de kust naar Granada trokken met hun handelswaren.

Op dit deel van de route passeren we meerdere oude ventas, voormalige herbergen, waar de arrieros en hun dieren konden rusten. De ventas waren overigens vaak gewoon kleine ´boerderijen´ waar o.a. graan en olijven werden verbouwd en de bewoners geiten en kippen hielden en zo redelijk zelfvoorzienend waren.

Wij stoppen bij de tweede herberg Venta Los Pradillos voor een pauze. Niet eens omdat we die al nodig hebben, maar vooral omdat het uitzicht hier zo mooi is en we er heerlijk koel kunnen zitten, in de schaduw van een amandelboom. Op deze mooie plek is de buitenwereld ver weg. Hoe zal het leven hier honderd jaar geleden zijn geweest? Hard werken waarschijnlijk, maar misschien ook eenvoudig. Het woord ´stress´ was denk ik nog niet uitgevonden.

Koppie erbij

De buitenwereld mag dan ver weg lijken, toch worden we opgeschrikt door een telefoontje voor Roos, dat we gelijk opvatten als het sein om weer verder te lopen. Het is al warm, dus we zeggen tijdens het klimmen niet veel tegen elkaar. Als we de droge rivierbedding bereiken, gaat het pad via de GR 249 over de Collado de los Hornillos door een dal van indrukwekkende rotsformaties. We zijn nu aan het dalen en moeten goed opletten voor de vele rollende stenen. Dat gezegd hebbende, glijd ik onderuit op mijn achterwerk. Een deuk in mijn ego, maar verder een zachte landing. Wel even goed opletten dus.

Zoals gewoonlijk heeft Lulu geen enkele moeite met de stenige paadjes. Ze loopt en snuffelt, komt terug om te kijken of we er nog zijn en weg is ze weer. We slaan er niet veel acht op, tot ze ineens blaffend de berg naast ons op schiet. Ze heeft duidelijk iets gezien of geroken. Plotseling zie ik een steenbok van behoorlijke omvang en met flinke hoorns op ons afkomen en nog voor ik Roos kan waarschuwen schiet hij op nog geen meter afstand langs haar heen. Het gebeurt in een split second. De bok is meteen uit beeld verdwenen en we kijken elkaar verdwaasd aan. Dan schiet ik in de lach om de geschrokken uitdrukking op haar gezicht. Dat heet ´met de schrik vrijkomen´! Lulu is het voorval alweer vergeten en huppelt voor ons uit.

luieren bij cortijo del daire

Ook wij zijn de schrik snel te boven en komen uit op een brede, onverharde bergweg. Even verderop staan de ruïnes van Cortijo del Daire, een perfecte plek om onze boterhammen op te eten en even te luieren. We liggen lekker in het gras, in de schaduw van een oude boom en mijmeren wat over het leven. Ook Lulu ligt er lui bij, die mijmert waarschijnlijk over leverworst.

Uitgerust lopen we daarna verder en de daaropvolgende anderhalf uur lopen we ontspannen over de bergweg. We passeren de Rio Torrox, waar nog water in blijkt te zitten, en de ruïnes van Venta Cebolleros. Kort daarna duiken we een rivierbedding in en onder de beschutting van een woud aan oleanders bereiken we het slaperige Acebuchal. Het is 16 uur en het terras van de alom bekende bar is nog open. En dus trakteren we onszelf op een koud glas bier. Dat hebben we wel verdiend vinden we.

Acebuchal

Het piepkleine bergdorp Acebuchal ligt verscholen in de bergen. In de jaren veertig van de vorige eeuw, net na de Spaanse Burgeroorlog, was Acebuchal vanwege de afgelegen ligging een uitgelezen plek om de Maquis, de verzetsstrijders tegen het regime van Franco, te bevoorraden. Om hiertegen op te treden is het gehucht in 1948 ontruimd door de Guardia Civíl. Het dorpje verviel tot ruïnes en werd min of meer vergeten. Pas aan het einde van de jaren negentig is op initiatief van nabestaanden van de vroegere inwoners begonnen aan het herstel van Acebuchal. Nu is het een pittoreske plek met mooie witte huizen waar vooral toeristen graag komen en waar Bar Acebuchal onder andere heerlijk brood serveert uit de houtoven.

Wij brengen de nacht door in de B&B van Luuk. Hij ontvangt ons hartelijk, al heeft hij de meeste aandacht voor Lulu. Ze zijn meteen dikke maatjes, omdat hij Lulu trakteert op hondenkoekjes. Roos en ik nemen een douche om het stof van ons lijf af te spoelen en ploffen dan op het terrasje neer met een glas koele wijn. Een uur later serveert Luuk het eten en met z´n drieën kletsen we nog een tijdje over de bijzondere plek waar hij woont. Als rond half tien de zon onder gaat, lopen we nog een laatste rondje en dan zoeken we ons bed op. Lekker slapen, morgen wacht ons een tocht van 25 kilometer.

Klik hier om deze wandelroute te bekijken in Wikiloc

Dag 2: van Acebuchal naar Nerja

vloeibaar ei

We hebben heerlijk geslapen na de wandeling van gister. Ik ben alleen even wakker geschrokken toen een van de ramen door de wind met een harde knal dichtsloeg en Lulu bij me op bed sprong. Het had even wat voeten in aarde om haar weer op het kleed op de grond te krijgen, ze had volgens mij liever dat ik op de grond ging liggen, maar uiteindelijk is ze morrend akkoord gegaan en zijn we allemaal weer in slaap gevallen.

Als we beneden komen, kunnen we gelijk ontbijten. Luuk heeft broodjes, koffie, cake en sap voor ons klaargezet. We kregen ook nog een eitje. Toen ik die openbrak, bleek die nog vloeibaar te zijn, dus die heb ik weggemoffeld in een servet. We ontbijten niet heel uitgebreid omdat we een lange tocht voor de boeg hebben. Dus na de boterhammen en een vriendelijk afscheid vertrekken we om half tien.

Op naar frigiliana

Het eerste deel van de etappe van vandaag is ook gelijk het makkelijkste deel. We volgen een redelijk vlakke bergweg naar een buitenwijk van Frigiliana, waar riante villa´s staan, de ene nog luxer dan de andere, stuk voor stuk achter een stevig gesloten hek met videobewaking. Ondanks de uiterlijke rijkdom doet het daarom toch enigszins armoedig aan. Nee, dan kan het uitzicht richting het fraaie Frigiliana, dat met al zijn witte huizen tegen de heuvels leunt, en kustplaats Nerja aan de Middellandse Zee mij meer bekoren.

Rond elf uur lopen we het historische centrum van Frigiliana binnen. Hier kopen we eerst proviand bij een piepkleine supermarkt. Dan lopen we over de geplaveide straatjes tussen de huizen en winkeltjes door naar Bar Virtudes waar we neerstrijken voor koffie. Hier ben ik vaker geweest. Het is hier altijd druk, zelfs ´s morgens om half acht, als de locals er koffie of een klein borreltje drinken, voordat ze aan het werk gaan. Nu zijn het vooral buitenlandse toeristen die hier zitten. We drinken koffie, bestellen een magdalena en ach, dan nog maar een koffie. Het zit hier zo gezellig, de koffie smaakt uitstekend en we kunnen heerlijk mensen kijken en commentaar geven op mensen bij wie we grappige associaties hebben over hun levensverhaal.

We kletsen nog even met de Belgische meneer die naast ons aan een tafeltje zit en duidelijk verlegen zit om een praatje. Als hij te opdringerig wordt, besluiten we de rekening te vragen en te vertrekken. Het voetpad duikt naast de bar gelijk naar beneden en binnen vijf minuten hebben we het rumoer van het dorp achter ons gelaten. We bevinden ons weer in het natuurpark en lopen een stukje stroomopwaarts langs de Rio Higuerón, waar overigens geen water in staat, voor we aan een flinke klim beginnen.

Eindeloos klimmen in de zon

De klim lijkt eindeloos en we lopen inmiddels in de volle zon. Verhit nemen we op een vlak stuk een korte pauze onder de pijnbomen om even uit te hijgen en af te koelen. We kletsen ondertussen over onze plannen en ideeën als zelfstandig ondernemers. Over de uitdagingen, de vrijheid en de drang te blijven vernieuwen. Het is zeker niet altijd makkelijk, maar het feit dat we in maart lekker doordeweeks de bergen in kunnen trekken, geeft een heerlijk gevoel van vrijheid.

We kunnen niet eeuwig blijven zitten kletsen en trekken weer verder. Het is zwaar, heet en schitterend mooi. Af en toe komen we andere wandelaars tegen, die net als wij puffen en zweten. We staan regelmatig even stil om een slokje water te drinken. Wat was er ook alweer leuk aan bergwandelen?!

Drie uur nadat we uit Frigiliana zijn vertrokken komen we uit bij de Rio Chillar. Een oase in de hete woestenij. Koud water en volop schaduw onder oleanders en pijnbomen. We doen onze rugzakken af, ploffen verhit neer en trekken snel onze schoenen en sokken uit om te pootjebaden in het heerlijk koele water. Ik verbeeld me dat het water sist, zo warm heb ik het.

Zoute pinda´s

Het is zalig in het ondiepe water tussen de rotsen. Roos bedenkt zich niet en dompelt zich in haar ondergoed helemaal onder. Ze slaakt een gilletje van de kou, maar ligt daarna zo verzaligd in het water dat ik besluit haar voorbeeld te volgen. Koud, koud, koud…, maar zo heerlijk. Een beloning na die uren in de hitte waarin ik er eigenlijk niet veel zin meer in had.

Als ik uit het water klim, wordt het zwart voor mijn ogen en word ik draaierig. Het was misschien toch een iets te groot contrast tussen warm en koud. Ik ga zitten met mijn hoofd tussen mijn knieën en eet ondertussen een zakje zoute pinda´s. Het duurt even, maar na vijf minuten ben ik er weer. We kleden ons aan, hijsen de rugzakken weer op en gaan moedig door.

Het is even zoeken waar we de rivier kunnen oversteken, maar we vinden een paar flinke stapstenen en bereiken zonder problemen de overkant. Het gaat gelijk weer steil omhoog. Maar niet zo lang dit keer. Na ongeveer twintig minuten bereiken we de acequia, het irrigatiekanaal, dat we vanaf nu gaan volgen.

op grote hoogte

Langs de acequia loopt het makkelijker, want het is vrijwel vlak. Maar het is toch uitkijken geblazen. Sommige stukken zijn zo smal, dat ik me weer de 10-jarige op de evenwichtsbalk voel bij de turnclub. De afgronden zijn diep, maar op de gevaarlijkste stukken zijn hekjes geplaatst. Het uitzicht is niettemin weer magnifiek; ruig laaggebergte en pijnbomen zo ver we kunnen kijken.

Hond Lulu heeft geen enkele moeite met de smalle route, wij lopen geconcentreerd achter haar aan en stoppen af en toe om foto´s te maken. We lopen bijna anderhalf uur op grote hoogte, omringd door schitterende natuur en geurige dennennaalden, als we tegen een enorm hek aanlopen. Het is duidelijk niet de bedoeling dat we hier doorlopen, maar we besluiten het gewoon te doen. We willen tenslotte niet anderhalf uur teruglopen. Het blijkt een goede keuze, want al snel komen we uit bij een voetpad dat naar beneden leidt, terug naar de Rio Chillar.

Bikkelen tot het eindpunt

Het gaat heel steil naar beneden. We zijn inmiddels moe en moeten goed blijven opletten om niet naar beneden te rollen. Af en toe omhelzen we een boom, die ons opvangt op de hele steile stukjes. Als we beneden zijn, belanden we in de droge rivierbedding. Vanaf hier gaat het in een ruk door naar Nerja. Voor mijn gevoel zijn we er bijna, maar dat valt tegen. Het is toch nog zes kilometer en inmiddels is het zes uur.

Die laatste kilometers, wanneer we de stal ruiken, vallen tegen. Ik heb blaren en wissel mijn wandelschoenen voor mijn sandalen, nu het pad verder vlak is. We krijgen een telefoontje van het hostel; wanneer we denken aan te komen. Ik had 17 uur gezegd, maar dat wordt dus half acht, als het al begint te schemeren. Ik kan me niet voorstellen dat ik vanavond ook nog maar een stap kan zetten naar een restaurant voor het avondeten.

pizza en pijn

In het hostel worden we vriendelijk ontvangen. Ik ben verrukt bij het zien van onze kamer en dan vooral het enorme bed waar we meteen op ploffen. Roos is moediger dan ik en springt onder de douche. Ondertussen rust ik even en daarna lukt het toch om een douche te nemen. Opgefrist lopen we de 50 meter naar de pizzeria verderop. Daar voorziet de flirtende, oudere ober ons van koele glazen rosé en overheerlijke pizza´s. Pijn, blaren en vermoeidheid zijn vergeten. Dit zijn de lekkerste pizza´s ooit en de wandeling was fantastisch. Misschien was dag 2 iets te lang, maar dat zijn we volgende week vergeten. De dames gaan vanavond heel tevreden slapen. Morgen zien we wel of we ons bed nog uit kunnen komen ;-).

Klik hier om deze wandelroute te bekijken in Wikiloc

Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van ´Sierra de Almijara Andalusië´? Neem gerust contact met ons op.

Vergelijkbare berichten